Afgelopen zaterdag was het zover: de eerste wedstrijd van de competitie voor De Raadsheer 3. Eerste keer voor mij als teamcaptain en externe schaakervaring (avondcompetitie niet meegerekend). De eerste keer is altijd iets speciaals en dat was het ook.
We speelden tegen De Pion 4 uit Roosendaal. We stapten gezamenlijk het karakteristieke Hotel Merks binnen en dronken eerst een kop koffie. Gezamenlijk kwamen we tot de conclusie dat het een zwaar jaar zal gaan worden voor ons. Een hoog niveau met teams die bijna op elk bord een (op papier) sterkere speler hebben. We hebben niks te verliezen en kunnen met open vizier schaken voor elk punt.
Gezelligheid kent geen tijd en krap voor 13.00 uur stapten wij de zaal binnen waar het allemaal ging gebeuren. Ik melde mezelf bij de vriendelijke wedstrijdleider Mark Mathon en geef onze opstelling door. Een tactische opstelling die verrassend goed uitpakte, mag ik wel zeggen. Op bord 1 en 2 had ik namelijk de gebroeders Tharmalingam gezet. Qua ELO niet het hoogst maar qua inzet en spelbeleving niet te onderschatten. De lagere borden waren dan sterker bezet en zo hoopte ik deze eerste wedstrijd te kunnen verrassen en een overwinning uit het vuur te kunnen slepen.
De wedstrijden begonnen na een welkom praatje en ik bevond mezelf tegenover Jacques Smits. Over die partij later meer.
Terwijl ik bezig was hoorde ik de tegenstander van Inge Oostvogels op bord 7 gefeliciteerd zeggen en de beslissende zet bespreken. Mark Mathon (1531) kwam met zwart tekort voor het ontketende schaakgeweld van Inge. Een 0-1 tekende zich af op het scorebord en ik was blij dat we de eer in ieder geval gered hadden.
Na Inge’s overwinning liep ik een rondje langs de borden. Ikzelf was een kwaliteit en 2 pionnen voor gekomen, hetgeen mij wat vertrouwen gaf. Het rondje langs de borden was vooral om de gebroeders Tharmalingam te doen. Ik was benieuwd naar mijn tactische manoeuvre en hoe de jongens het deden natuurlijk. Mithuss stond gelijk en Irathush stond zelfs een pion voor! Ik waande mezelf op een slagveld en de strijd neigt mijn kant uit de vallen. So far, so good.
Even later stond Maikel van Ginneken voor mijn neus. Gewonnen klonk het uit zijn mond en ik kon een glimlach niet onderdrukken. Maikel speelde met zwart tegen Kees van Hogeloon (1555). Maikel speelde een mooie partij en kwam in een bijzondere stelling terecht. Voor zover ik begreep nam Kees net iets teveel risico waardoor Maikel een stuk voor kon komen. 0-2 was het gevolg en we deden nog steeds mee voor de knikkers.
Even later zag ik Kees van Erk op bord 8 zijn grijze hoofd schudden en Jan Rijkse (1580) een hand geven. Kees vertelde mij dat hij eerst wat beter had moeten verdedigen voordat hij ging aanvallen en twee stukken weg gaf. Een wijze uitspraak van een wijs man. 1-2
Achter mij speelde Rico Gomis wederom een kenmerkende Gomis partij. Rico kwam wat vast te staan, het centrum ontplofte en toen de rook was opgetrokken stond Rico’s loperpaar weer op een paar prachtige velden. Peter Huijser (1605) ging linksom en rechtsom maar kwam er niet doorheen. Rico zag zelf ook geen mogelijkheid meer en kwam remise overeen met Peter. 1.5-2.5.
Toen was de beurt aan mij. Ik speelde tegen Jacques Smits (1614) en kwam dus een kwaliteit en 2 pionnen voor. Vervolgens verprutste ik een hoop in het middenspel en verprutste ik nog meer in het eindspel en moest ik genoegen nemen met een remise. Ik baal er nog steeds van en dit zal nog lang zo zijn, 2-3.
Nog 3 borden over: Adrie Domen op bord 3 stond goed. Onze tegenstanders hadden van hun captain instructies gehad om geen remises meer aan te nemen. Adrie stond met wit goed tegen Jan van Oosterhout (1630). Een remise was op zijn minst haalbaar voor Adrie “d’n Domenator” Domen. Maar helaas zag d’n Domenator een aftrekschaakje over het hoofd en viel zijn toren. 3-3.
“Het kan nog!” was de uitspraak van Maikel en gelijk had hij. Een 3-3 stand was meer dan we hadden verwacht en met Mithuss in een gelijkwaardige stelling en Irathush een pion voor konden we minimaal hopen op een gelijkspel.
Mithuss speelde op bord 1 een prachtige pot en behaalde een fantastische remise tegen Henk Alberts (1654). Een lastige partij maar dat is wel besteed aan het adres van Mithuss. Zorgvuldig schaakte hij met wit een remise en met een kleine 400 ELO punten verschil mag dat een hele goede prestatie worden genoemd. 3.5-3.5!
Al onze hoop was dus gevestigd op de jonge Irathush op bord 2. Een pion voor tegen Bas Robben (1558) mag ook bijzonder goed worden genoemd. De tijd tikte door en door en wat het nou precies was dat Irathush deed bezwijken weten we niet. De druk van de tijd? De druk van het team? De stelling? De onwaarschijnlijke aanval van Henk? Irathush zag het niet helemaal meer en met een tekort aan tijd nam hij wat verkeerde beslissingen en ging door de klok toen hij met koning en 2 pionnen tegenover Rob’s koning en dame stond. Neemt niet weg dat Irathush hier zijn ongekende talent heeft laten zien en dat hij nog een enorme groei kan en gaat doormaken! I’ll be back zal het in zijn hoofd hebben geklonken en de rest van het team was zichtbaar trots op de Benjamin.
Toch was er niks te doen aan het overheersende gevoel van de teleurstelling. Met 4.5-3.5 verliezen doet zeer, zeker omdat er zoveel meer in het verschiet lag. Duidelijk aangeslagen zagen we toch een lichtpuntje: we hoeven duidelijk niet onder te doen voor deze klasse. Dat nemen we dan ook mee naar de volgende wedstrijd. We mogen dan thuis tegen de Baronie 3 op 7 november. Daar beginnen we weer met de beginstelling op het bord, de stand 0-0 en de terugkeer van onze klasbak René Roks. Tot dan!
Een goede start met een goed verhaal, wat wil je nog meer